Cecile aan de Stegge & Harry Oosterhuis To cite this article: Cecile aan de Stegge & Harry Oosterhuis (2018) Psychiatric nursing in the Netherlands and Great Britain: class, status and gender in the making of a profession, Social History, 43:4, 455-483 To link to this article: https://doi.org/10.1080/03071022.2018.1520441
De Canon Verpleegkunde is een initiatief van Stichting Publicaties Verpleegkundigen en Verzorgenden. Dit is de Stichting die het Tijdschrift voor Ziekenverpleging TVZ uitgaf tussen 1949 en 1974, in opdracht van de in 1946 opgestarte ‘Nederlandse Federatie van Verenigingen die de Belangen van Verpleging en Verplegenden Behartigen’. Toen deze Federatie uiteenviel in 1974 werd TVZ verkocht aan een professionele uitgever, die een eindredacteur aanstelde om het blad vorm te geven. Zowel de redactie van TVZ als de SPVV vonden het belangrijk iets zinvols te doen met het destijds verdiende kapitaal ter ere van het 125ste jubileum van TVZ. Een goede gedachte, want TVZ was in 1890 een van de oudste verpleegkundige tijdschriften ter wereld en is dus een blad waar de Nederlandse beroepsgroep echt trots op mag zijn. Ik vond het een eer om een opdracht te verkrijgen voor de Canon. Bijzonder prettig was ook dat er, op enkele stijlverschillen na, nauwelijks verschil van mening bestond tussen alle betrokkenen over de vraag wat/wie nu precies de momenten en personen zijn met beslissende invloed op de ontwikkeling van het verpleegkundig beroep in Nederland. Dat geeft hoop voor de toekomst!
De levensbeschrijvingen die ik van ruim twintig pioniers en rolmodellen heb geschreven zijn behalve onder de links in de canon ook te vinden op de website van de Stichting Historisch Verpleegkundig Bezit, een Stichting die met haar grote collectie ten dienste staat aan ieder die iets wil weten over het verpleegkundig beroep in het verleden.
De effecten van de Duitse bezetting op de Nederlandse psychiatrie hebben mijn aandacht getrokken gedurende mijn promotieonderzoek. De afgelopen anderhalf jaar begeleidde ik (met J. Houwink ten Cate) Marco Gietema, student Holocaust- en Genocidestudies, bij het schrijven van zijn masterthesis over de verwikkelingen op de psychiatrische inrichting de Willem Arntsz Hoeve te Den Dolder (gemeente Zeist).
Het komend jaar zetten Marco Gietema en ik ons onderzoekswerk voort met steun van Altrecht en Reinaerde (beiden zijn rechtsopvolger van de WA Hoeve).
Maandag 12 mei 2014 is de vijftigste Dag van de Verpleging in Nederland
Op maandagmiddag 12 mei 2014 is het alweer de vijftigste maal dat de geboortedag van Florence Nightingale in Nederland wordt gevierd onder de titel ‘Dag van de Verpleging’.
Ter gelegenheid van dit jubileum presenteert de Stichting Historisch Verpleegkundig Bezit tijdens een symposium op Hogeschool Windesheim te Zwolle om 15.30 uur het boek Handen uit de mouwen. 150 jaar verpleegkundig uniform in Nederland. Dit rijk geïllustreerde boek toont aan hoe nauw de kleding van verplegers en verpleegsters was en is verbonden met ontwikkelingen in hun beroepsleven en in de maatschappij. Dat is wel serieuze, maar zeker geen saaie kost. In het boek passeren tal van uniformen de revue, vanaf het oudst bekende habijt van verplegende kloosterzusters in Nederland (voor dit boek ter beschikking gesteld door de Zusters van Charitas uit Roosendaal) tot een recent en huiselijk verpleegstersjasje dat werd ontworpen door leerling-verpleegkundigen. Ook de uniformen van de verpleegkundigen bij de Geneeskundige Dienst van de Koninklijke Landmacht zijn present. De beschrijvingen van de uniformen zelf, de achtergronden ervan, de discussies erover, maar zeker ook de vele afbeeldingen maken dit boek aantrekkelijk voor mensen in de zorg en daarbuiten.
De redactie is in handen van de historici Cecile aan de Stegge, Catharina Th. Bakker en Kitty de Leeuw. Overige auteurs zijn Karel Adams, Wim Coster, Ida van Deth-Ruys en Nannie Wiegman. Zestien historisch belangwekkende uniformen, waarvan dertien uit de collectie van de SHVB, zijn speciaal voor dit boek gefotografeerd door Inge Hondebrink. De vormgeving van het boek is verzorgd door Robbert Zweegman. Het boek kon gedrukt worden dankzij een financiële bijdrage van het CZ Fonds, de Stichting Historia Medicinae en de Nederlandse Kostuumvereniging. Alle winst op het boek komt ten goede aan het behoud van de collectie verpleegkundig erfgoed van de Stichting Historisch Verpleegkundig Bezit te Amersfoort.
Voor inlichtingen: Desgewenst ontvangt u het boek via Uitgeverij Verloren. Wij zouden graag zien dat u er een recensie aan wijdt. Voor nadere informatie en afspraken voor interviews kunt u zich wenden tot: Cecile aan de Stegge, telefoon 06-10628931 of e-mail: cecileaandestegge@gmail.com
‘Helpen en niet schaden’. Uit de geschiedenis van verpleegkunde en medische zorg
Cahiers GdG – Geschiedenis van de Geneeskunde en Gezondheidszorg, nr. 1 ca. 210 blz. Geïllustreerd, vierkleurendruk, Uitgeverij Garant Antwerpen/Apeldoorn
Het themacahier bundelt verhalen over invloedrijke personen, gebeurtenissen, thema’s of ontwikkelingen uit de geschiedenis van verpleegkunde dan wel medische zorg in Nederland en België. Deels zijn de teksten door de vaste redactie van Geschiedenis der Geneeskunde vergaard, deels zijn ze op verzoek van gastredacteur Cecile aan de Stegge speciaal voor dit cahier geschreven. Door de bloemlezing wordt kostbare kennis uit/over verpleegkunde en/of verpleegkundigen geboekstaafd, bewaard en doorgegeven.
Inhoudsopgave:
Corry Staring-Derks: Mary Seacole, een zwarte verpleegster tijdens de Krimoorlog. Het belang van haar werk voor huidige verpleegkundigen – Cecile aan de Stegge & Leo van Bergen: De Conventie van Genève en verpleger Evert Meuleman uit Zwolle – Thijs Gras: Verplegers op weg, Ambulancehulpverlening in Nederland – Mieke Grypdonck: Ellen La Motte, Mary Borden en Enid Bagnold. Drie verpleegsters getuigen over de Eerste Wereldoorlog – Cecile aan de Stegge: Zuster H.A. Melk. Docente ziekenverpleging te Den Haag tussen 1923 en 1935aag tijdens Haag tussen 1923 en 1935hAAG – Geertje Boschma: Geïntegreerd of Apart? Ervaringen van psychiatrische verpleegkundigen in de Nederlandse ziekenhuispsychiatrie – Francis Mensink: Veertig jaar Hogere Beroeps Opleiding Verpleegkunde in Nederland – Hannie Giebing: Verpleegkundige kwaliteitsbewaking in historisch perspectief – Daniela Manetti: Arts en patiënt in het Romeinse Rijk – Vera Hoorens: Ruzie aan het ziekbed. Medische concurrentie en conflict in de tijd van Jan Wier (1515-1588) – Ewout Baarsma: Johannes Mulder (1766-1810). Grondlegger van een verbeterde heel- en verloskundige zorg in Friesland en Groningen.
Redactie:
Gastredacteur Cecile aan de Stegge, psychiatrisch verpleegkundige, filosofe en gepromoveerd in de geschiedenis van de verpleegkunde, is docent-onderzoeker bij het Lectoraat Innoveren in de Ouderenzorg aan de Christelijke Hogeschool Windesheim te Zwolle. Tevens is zij voorzitter van de Stichting Historisch Verpleegkundig Bezit te Amersfoort.
Cornelis van Tilburg is als classicus verbonden aan de Universiteit Leiden. Hij heeft verscheidene publicaties over verkeer in het Romeinse Rijk op zijn naam staan en bereidt een proefschrift voor over stadshygiëne en infrastructuur in de Grieks-Romeinse wereld. Hij is sinds 2007 verbonden aan de redactie van Geschiedenis der Geneeskunde.
Dit historisch proefschrift behandelt de vraag hoe het proces van ‘beroepsvorming’ waardoor ‘oppassers en oppasseressen’ in krankzinnigengestichten veranderden in ‘psychiatrisch verpleegkundigen’ en ‘sociaal-psychiatrisch verpleegkundigen’, zich in de jaren tussen 1830 en 1980 in Nederland heeft voltrokken. Alle handboeken in psychiatrische verpleegkunde die verschenen vóór 1980 worden besproken; daarnaast komt aan de orde hoe voormalig verplegenden zelf dachten over hun opleiding, hun arbeidsvoorwaarden en hun omgang met psychiatrische patiënten. Onder meer de vroege opkomst van de sociaal-psychiatrische verpleegkunde in Nederland wordt uitvoerig behandeld.
De voornaamste conclusie is dat het verschil in ministeriële inbedding tussen het toezicht op de opleiding in ziekenverpleging en dat op de opleiding in krankzinnigenverpleging (tot 1949 ressorterend onder de Afdeling Armenzorg op Binnenlandsche Zaken) belemmerend uitpakte op de professionele ontwikkeling in de psychiatrische verpleegkunde, hoe hard alle betrokkenen bij dit vak ook hun best deden. Op het Ministerie van Volksgezondheid heerste grote onbekendheid omtrent de ontwikkelingen in en de specifieke behoeften van de psychiatrische verpleging. Hier bekeek men het begrip ’volksgezondheid’ primair als een kwestie van lichamelijke volksgezondheid, niet als een kwestie van geestelijke volksgezondheid. Dit werd versterkt toen de Duitsers in 1941 een Ziekenfondsbesluit invoerden op basis waarvan ziekenhuisopname wel, doch opname in een psychiatrische inrichting níet door deze verzekering werd vergoed. Het feit dat de verpleging in een gesticht uit de Armenzorg moest komen droeg bij aan stigmatisering van de psychiatrische verpleegkunde.
In de publieke beeldvorming associeerde men psychiatrische verpleegkunde met ‘ongeletterde arbeiderskinderen’ , met ‘afwijkendheid’ of met ‘armoede’, niet met ‘intelligente doorzetters’ of met al vroeg ‘geëmancipeerde mannen’ die qua vrijmoedigheid, openheid en het onderkennen van de noodzaak van een meer integrale geneeskunde voorliepen op de rest van (medisch en verpleegkundig) Nederland.